Meer PV-panelen op het dak altijd slimmer en groener? (spoiler: nee)

Als gebouweigenaar wilt u investeren in het duurzaam opwekken van energie. Investeren in PV-panelen ligt voor de hand. De in het bouwbesluit gestelde eisen aan nieuwbouw stimuleren dat ook. Voldoet een gebouw hieraan, dan valt het onder BENG, een Bijna Energie Neutraal Gebouw. Nog duurzamer is ENG, een Energie Neutraal Gebouw dat vaak nog meer PV-panelen heeft. Maar is meer PV-panelen op het dak wel altijd groener en (financieel) slimmer? We besloten hier bij Klictet onderzoek naar te doen.

Onze conclusie: nee.

Geschreven door
Roy Goorden
Adviseur Duurzaamheid

De opbrengst van PV-panelen staat al jaren garant voor interessante discussies met veel meningen, modellen en verwachtingen. Wat is het slimst en meest duurzaam? Zonnepanelen op zuid? Op oost-west? Het dak vol? BENG of ENG?

Als adviseur duurzaamheid bij Klictet wordt mij regelmatig gevraagd energieneutrale gebouwen (ENG) te ontwerpen.

Om te beoordelen welke opstelling voor de PV-panelen het meest geschikt is, stel ik intern en extern de volgende vragen:

  • Wat zijn de kaders waaraan de opstelling écht moet voldoen?
  • Hoe kan de duurzame energieopbrengst aansluiten bij het te verwachten energieverbruik?
  • Hoe kan het overschot in energie slim en duurzaam worden ingezet?

Wat is eigenlijk energieneutraal?

Zo bedacht ik mij: wat is eigenlijk energieneutraal? En welke rol spelen de PV-panelen hierin? Want in de zomer is er meer energie uit de zon beschikbaar en dit compenseert de winterperiode. Maar is dat dan wel echt energieneutraal? Of is een gebouw dan eigenlijk alleen theoretisch energieneutraal?

Bovendien: is het ook duurzamer? Meer PV-panelen betekent ook meer materialen, meer arbeid, minder beschikbaar dakoppervlak en minder ruimte voor een groen dak.

Wat is nou een goede investering?

Ook belangrijk: is investeren in meer PV-panelen wel een slimme investering, als dat in de praktijk heel vaak betekent: (nog) meer energie terugleveren? Nu ons energienet aan zijn grenzen zit, en energie terugleveren eerder een beperking dan een kans is, is zelf energie opwekken niet altijd zo zinvol als het lijkt. Beter nog, met een flexibel energiecontract komen negatieve energieprijzen door het niet tijdelijk terugschakelen van gascentrales steeds vaker voor.

De energie- en energieopslagmarkt ontwikkelt zich gelukkig snel en kan (een deel van) de oplossing zijn. Maar is dit genoeg? Past dit bij de onafhankelijkheid en duurzame doelstellingen die we nastreven?

Ik vind van niet.

Een praktijkvoorbeeld: scholen

Neem het voorbeeld van een school. Voor een ENG-gebouw zijn vaak meer PV-panelen nodig en dit kost meer geld. Geld dat naar schaarse grondstoffen en beperkt beschikbare, kwalitatieve montage gaat. Het resultaat is een dak vol met oost-west panelen en geen fysieke of financiële ruimte voor een groen dak. In de zomer, als de oost-west-opstelling de meeste energie oplevert, is de school… dicht. Écht duurzaam is dit natuurlijk niet.

Maar wat dan wel?

Om dit te onderzoeken hebben we bij Klictet de werkgroep Energieoptimalisatie opgericht. Samen ontwikkelden we een model om het energieverbruik en de -opwek te simuleren. We nemen hierin ook het soort energiecontract mee: vast of flexibel. En bijvoorbeeld ook de CO2-uitstoot van de productie van de materialen en montage.

ENG niet duurzamer dan BENG

Zo kunnen we nu aantonen dat voor schoolgebouwen met zomersluiting en vaste energiecontracten, zonder mogelijkheid tot teruglevering, ENG niet duurzamer is dan BENG. PV-panelen op zuid, in combinatie met een groen dak waarin regenwater gebufferd wordt, kan de temperatuur- en de energievraag verlagen en is duurzamer. Desnoods met bi-facial PV-panelen.

Binnen Klictet noemen we deze vorm van engineering ‘energieoptimalisatie’. Zelfs voor gebouwen die nog niet gebouwd zijn, doen we deze energieoptimalisatie-studies.

De toekomst: installaties slim aansturen

De energiemarkt beweegt zich naar flexibele contracten, daar liggen de kansen en risicobeperkingen. Energieopwekking wordt steeds flexibeler. Hierop inspringen en de installaties slim aansturen, dat is echt duurzaam en goed voor uw (CO2)portemonnee.
Dit vraagt wel een andere benadering van de ontwerpprincipes die de branche nu hanteert. Wij willen hier met energieoptimalisatie-studies nog meer inzicht in krijgen.

We ontwikkelen onze rekenmodellen en onderzoeksprocessen dan ook steeds verder door. De jaarlijkse energiekosten kunnen berekenen op basis van flexibele energiemarktdata geeft nog veel meer inzicht. Stap voor stap gaan we zo samen richting de toekomst. Klaar voor goede discussies over wat echt duurzaam is, en dan op basis van data, daar ga ik voor!

Vragen? Meedenken? Discussiëren? Neem contact met mij op via r.goorden@klictet.nl.